imec.digimeter: Facebook verliest terrein aan TikTok, Disney+ populairder dan Streamz
25 april 2022
Facebook wordt bij jongeren alsmaar minder populair ten voordele van TikTok. En de Vlaamse streamingdienst Streamz moet het afleggen tegen Disney+. Het zijn enkele opvallende tendensen in de jongste digimeter, het jaarlijkse onderzoek van imec naar het mediagebruik bij 3.000 Vlamingen ouder dan 16 jaar.
-
Facebook boet zwaar in bij jongeren
Twee jaar geleden gebruikte 67 procent van de 16- tot 24-jarigen dagelijks Facebook. Nu is dat nog maar 53 procent. “Jongeren zijn zich meer bewust van de verslaving aan sociale media en van desinformatie. En ze lijken dat allemaal te projecteren op één medium: Facebook“, zegt Lieven De Marez, professor nieuwe communicatietechnologieën bij imec en UGent.
Facebook lijkt ook niet meer te beantwoorden aan de noden van de jongeren. “Het is ook niet meer zo cool, mama en papa zitten er ook op en jongeren ergeren zich aan de vele reclame.”
-
TikTok: 72 minuten per dag
Wie sociale media te verslavend vindt, gooit soms enkele apps van zijn smartphone. Maar gemiddeld genomen zitten jongeren helemaal niet minder op sociale media dan voorheen. De schermtijd die Facebook verliest, verhuist overwegend naar één platform en dat is TikTok.
TikTok is nog geen medium voor de massa. Amper 16 procent van de Vlamingen gebruikt het dagelijks. Maar bij de jongeren stijgt de populariteit spectaculair snel. Nu gebruiken 2 op de 3 jongeren de app , 2 jaar geleden was dat amper 1 op de 10. “En zij gebruiken het heel intensief: 72 minuten per dag en dat is ongezien voor een sociaal medium“, zegt Lieven De Marez.
TikTok wordt ook anders gebruikt. “Waar klassieke sociale media tientallen gebruiksmomenter per dag kennen, zijn dat er bij TikTok maar een vijftal. Maar het gaan dan wel om heel lange sessies. Het is dan ook meer een zender geworden dan een sociaal medium“, voegt hij toe.
-
Streamz komt na Netflix en Disney+
Bij de start van Streamz in september 2020 maakten de initiatiefnemers Telenet en DPG Media graag de vergelijking met Nederland en Zweden. Naast het Amerikaanse Netflix was daar ook plaats voor een sterke lokale streamingdienst zoals Videoland in Nederland of Viaplay in Zweden.
Maar Streamz, waar 11 procent van de Vlamingen toegang toe heeft, moet nu Disney+ (16 procent) voor zich dulden. Netflix is onbedreigd de nummer één en blijft ook verder groeien. Bijna de helft van de Vlamingen heeft toegang tot Netflix.
In totaal heeft 55 procent van de Vlamingen toegang tot een betalende videostreamingdienst. Eén op de vier Vlamingen betaalt nu voor minstens twee streamingabonnementen, 8 procentpunt meer dan het jaar voordien. “In de Verenigde Staten is dat al veel langer zo, maar hier hadden we dat niet zo snel verwacht“, vertelt Lieven De Marez. “Zeker omdat Vlamingen nog altijd heel tevreden zijn met wat de lokale zenders aanbieden.”
-
Meer cordcutting
De trend is al enkele jaren aan de gang, maar zet zich nu echt door: nestverlaters die alleen gaan wonen en geen klassiek tv-abonnement meer in huis halen. Cordcutters worden ze vaak genoemd, omdat ze hun televisiekabel figuurlijk doorknippen ten voordele van bijvoorbeeld een streamingabonnement. De groep Vlamingen zonder klassiek tv-abonnement is gegroeid van 16 procent naar 22 procent. In de categorie 25- tot 34-jarigen heeft zelfs één op de drie geen tv-abonnement meer.
Het wordt de cordcutter ook alsmaar makkelijker gemaakt. Sinds vorig najaar hebben alle grote Vlaamse zenders een app (VTM Go, Go Play, VRT NU) waarmee je makkelijk programma’s kan casten naar het tv-scherm. “Er zijn veel abonnementsdiensten bijgekomen de voorbije jaren (videostreaming, muziekstreaming) en nestverlaters leggen dat allemaal in de weegschaal“, zegt Lieven De Marez. “Er is een plafond aan wat zij investeren in media en een tv-abonnement is dan vaak het eerste dat geschrapt wordt.”
-
Niet iedereen is mee
De coronacrisis heeft ons gedwongen om meer digitaal te gaan leven. Vlamingen zijn daardoor ook positiever gaan staan tegenover technologie. Maar dat heeft niet verhinderd dat de kloof met wie niet meekan, nog verder is uitgediept. Eén op de vijf gezinnen geeft aan dat ze te weinig schermen hebben om alle gezinsleden te laten deelnemen aan bijvoorbeeld telewerken of afstandsonderwijs. Vijf procent van de gezinnen zegt dat ze breedbandcapaciteit te kort hebben.